Lëtzebuergesch heeft eenzelfde eigenschap gemeen met het Zuid- Nederlands: het niet respecteren van morfeemgrenzen bij syllabificatie. Het onderscheidt zich hierin van de andere Moezelfrankische dialecten Dit verschil kan op dezelfde wijze worden verkaard: langdurig intensief taalcontact met het Frans, De andere Moezelfrankische dialecten hebben ± evenals het Noord-Nederlands ± in veel minder nauw contact met het Frans gestaan, 2006. ,
The Phonology of Dutch, 1995. ,
The Morphology of Dutch, 2002. ,
Monik: Conditions on Phonological Government, 1991. ,
Dialektausgleich im Luxemburgischen, Moulin, Claudine & DamarIS Nübling (Hrg.). Perspektiven einer linguistischen Luxemburgistik. Studien zur Diachronie und Synchronie. Heidelberg, pp.1-27, 2006. ,
Traité pratique de prononciation française. Parijs, 1922. Kager, René: Optimality heory, 1999. ,
Prosodic Morphology I: Constraint Interaction and Satisfaction. Manuscript, te downloaden via Rutgers Optimality Archive, 1993. ,
A Theory of Syllabification and Segmental Alternation. With Studies on the Phonology of French, 1993. ,
A prosodic contrast between Northern and Southern Dutch: a result of a Flemish-French sprachbund Organizing grammar. Linguistic Studies in Honor of Henk van Riemsdijk, pp.474-482, 2005. ,
Vowel Quality and Syllable Projection, 1995. ,
Phonological Projection. A Theory of Feature Content and Prosodic Structure, 2000. ,
Optimality Theory: Constraint Interaction in Generative Grammar. Manuscript, Rutgers University, te downloaden via Rutgers Optimality Archive, 1993. ,
DOI : 10.1002/9780470759400
De spontane palatalisatie Een Nederlands-Picardische parallel?' Handelingen XLV der Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Taal-en Letterkunde en Geschiedenis, pp.113-135, 1991. ,
Het Nederlands in Noord-Frankrijk: sociolinguïstische, dialectologische en contactlinguïstische aspecten, 1997. ,
Fonologische parallellen aan weerszijden van de GermaansRomaanse Taalgrens, Taal en Tongval, vol.51, pp.111-130, 1999. ,